KLEDERDRACHTEN IN HET OUDE EGYPTE
(februari 2016) Herwig Pauwels
De gewone Egyptenaren werkten op het land en verbouwden er vlas. Het werd gesponnen door de vrouwen en daarna werden
er kleren van gemaakt. De rijke Egyptenaren droegen ook linnen maar dan wel koningslinnen. Voor 2,5 cm had men 200
draden nodig. De kleren hadden ook veel plooien. De plooien werden gemaakt door het linnen nat te maken en dan
in gleuven te drukken van een houten bord Na droging had je linnen met plooien. De stof was wit maar men gebruikte
allerhande planten, knollen, bieten enz. om het linnen te verven. Het meest tot de verbeelding spreken de
Koninklijke gewaden. Hier wordt een achttal voorbeelden gegeven.
Beroemde Personen
(februari 2016)
Bron: Postzegelblog, www.postzegelblog.nl
Op onze Nederlandse postzegels zijn in de vorige eeuw veel beroemde Nederlandse personen afgebeeld.
Een van de oudste personen die een grote invloed heeft gehad op het ontstaan van Nederland is nimmer afgebeeld
op een postzegel, maar er is wel een postzegel gewijd aan de Nederlandse grondwet, waarvan hij voor een groot
gedeelte de grondlegger was.
Wij hebben het over Johan Rudolph Thorbecke. Hij is geboren op 14 januari 1798 te Zwolle in een half-Duits
gezin, de familie was uit armoede uit Duitsland naar Nederland gekomen, waar zijn vader werk zocht in de
omgeving van Zwolle. Zijn vader heeft hem altijd gesteund in het verder leren na de lagere school. Hierna ging
Thorbecke naar het Athenaeum Illustre te Amsterdam en hij studeerde op 23 juni 1820 af in de letteren.
Hierna verbleef hij enige jaren in Duitsland en kwam in 1825 terug naar Nederland, waar hij tot buitengewoon
hoogleraar werd benoemd aan de universiteit in Gent, toen nog Nederlands grondgebied. Daar verzorgde hij ook een
college Staatshuishoudkunde.
Als gevolg van de Belgische opstand in 1830 moest hij Gent verlaten en ruilde dit in voor de Universiteit te
Leiden, waar hij onder andere een college zou geven over de grondwet. Uit dit college kwam de 'Aanteekening op
de Grondwet' uit 1839 voort, zijn eerste openbare publicatie.
In 1844 werd hij lid van de Tweede Kamer en op 2 december in datzelfde jaar nam hij met acht anderen het
initiatief om de grondwet aan te passen, echter zonder succes op dat moment. In 1845 verruilt hij het lidmaatschap
voor een zetel in de gemeenteraad te Leiden, deze functie wordt door hem bekleed tot 1850.
In 1848 wordt door Koning Willem II een commissie ingesteld 'tot herziening van de Grondwet' en hij benoemt
Thorbecke tot voorzitter van deze commissie. De reden, dat koning Willem II opdracht gaf tot het herzien van de
Grondwet was gelegen in het feit, dat er in het buitenland politieke onrust was en Willem II vond, dat de
grondwet hier niet geheel op aan sloot.
Op 3 november 1848 werd de nieuwe Grondwet geproclameerd en kreeg haar rechtsgeldigheid. Hiermee werd onder
andere geregeld rechtstreekse verkiezingen, het ontbinden van de Tweede Kamer indien nodig en de ministeriële
verantwoordelijkheden en parlementaire rechten werden uitgebreid. De rechtstreekse verkiezingen waren alleen
voor mannen, het vrouwenkiesrecht kwam pas vele decennia later. Gezien zijn grote kennis heeft hij zitting gehad
in drie kabinetten Thorbecke in de periode van 1849 tot aan zijn dood op 4 juni 1872 in Den Haag. Tijdens deze
periode, zijn er nog vele wetten aangepast en toegevoegd, maar de basis grondwet, zoals wij die kennen dateert
dus uit 1848.
Een andere beroemd staatsman was Johan de Witt, geboren in 1623 of 1625, daar wordt nog aan getwijfeld. Hij
was de zoon van de Dordtse regent en houthandelaar Jacob de Witt. Zijn vader had een behoorlijk aanzien in die
tijd. Hij volgde zijn opleiding aan de Latijnse School te Dordrecht. In 1655 trouwt hij met Wendela Bicker, zijn
schoonvader stamt uit het rijke regentengeslacht en was scheepsbouwer te Amsterdam. Zijn schoonvader zou later
burgemeester van Amsterdam worden. Johan de Witt werd op 21 december 1650 benoemd tot pensionaris van de stad
Dordrecht, in die tijd een zeer belangrijke positie, in die functie was hij ook fiscaal adviseur en afgevaardigde
van de stad bij de Staten van Holland. Op 30 juli 1653 wordt hij raadspensionaris. Zijn functie kan dan ook worden
vergeleken met de huidige functie van minister president, minister van financiën en minister van binnen- en
buitenlandse zaken bij elkaar.
Hij was een ijverig politicus, in 1668 bleek hij meer dan 22.000 vellen met resoluties te hebben geschreven en
was een zuinig staatsman, hij bezuinigde op vele fronten, maar niet op de uitbreiding van de vloot, die indertijd
een van de grootste was. Nederland was ook met een regelmaat verwikkeld in zeeoorlogen en hij was dan ook
betrokken bij het sluiten van de Vrede van Westminster in 1654.
In de loop der jaren werden nog verscheidene tochten gehouden met oorlogsschepen, de Engelsen trachten in die
tijd de macht over te nemen, hetgeen werd voorkomen. Een van de beroemdste tochten uit die tijd was de Tocht
naar Chatham in 1667.Ook was Johan de Witt degene die de heroprichting heeft bewerkstelligd van het Korps
Mariniers in 1665.
In 1672 begon de Hollandse Oorlog waarbij grote verliezen werden geleden. Op 21 juni wordt een moordaanslag
gepleegd op de gebroeders de Witt. Johan was in gezelschap van een knecht onderweg van het Binnenhof naar zijn
woning op de Kneuterdijk in Den Haag, toen zij werden aangevallen door 4 personen. Bijna gelijktijdig werd ook
een moordaanslag gepleegd op zijn broer in Dordrecht, maar beiden overleefden deze aanslagen.
PREHISTORISCHE DIEREN
(februari 2016) Herwig Pauwels
Ongeveer 100 miljoen jaar geleden verschenen de eerste prehistorische dieren. Ze leefden in de toenmalige zeeën.
Het waren protozoën, een naam afgeleid van Griekse woorden die de eerste dieren betekenen. Zij bestaan slechts
uit één miniem levende cel en komen nu nog voor.
De meest bekende zijn de dinosauriërs ofwel prehistorische reptielen. Zij beheerden de wereld ongeveer 200 miljoen jaar geleden totdat
zij omstreeks 65 miljoen jaar geleden uitstierven. Dit werd veroorzaakt door een ijstijd.
De brontosaurus betekent eigenlijk donder-hagedis, omdat de grond beefde toen hij voorbij kwam. Hij
kon 30 meter lang worden en 25 ton zwaar wegen. Het was een planteneter en leefde hoofdzakelijk in het water om
zijn gewicht te kunnen dragen. Door hun grootte hadden zij weinig vijanden en met hun staart konden ze venijnig
zwiepen. De officiële naam van brontosaurus is echter apatosaurus maar hij is beter bekend onder zijn niet
officiële naam.
De brachiosaurus lijkt erg op de brontosaurus maar het grote verschil is dat het een landdier was
De stegosaurus is ook zeer bekend wegens zijn opvallend uiterlijk. Hij had lange rechte
achterpoten en korte sterke voorpoten. Door de rechte poten was hij niet in staat om te rennen. Aan het uiteinde
van de staart stonden twee paar lange stekels waarmee hij zich kon verdedigen tegen roofdieren. Hij hield zijn
staart hoog in de lucht alhoewel hij in het verleden niet zo werd afgebeeld. Op zijn rug stonden grote beenplaten.
De functie van die platen is onbekend.
De corythosaurus is verwant aan de eendesnaveldinosauriërs. Korythos is Grieks en betekent helm.
Hij had geen klauwen en op zijn kop had hij een 30 cm hoge halfcirkelvormige kam. Deze kam was hol en kon een
geweldig geluid produceren zodat één dier de hele groep kon waarschuwen.
De tyrannosaurus was een reusachtige vleeseter die tot 14 meter lang en acht ton zwaar kon
worden. Hij liep op sterke poten waarbij de romp in evenwicht werd gehouden door een korte zware staart. De prooi
werd aangevallen door de grote zwaargebouwde kop. Met zijn lange tanden en sterke spieren konden de kaken een
enorme bijtkracht uitoefenen.
De iguanodon is een dier waarvan men eerst dacht dat het op twee poten liep. Later werd duidelijk
dat hij rende op twee poten maar bij langzaam lopen vier poten gebruikte. De achterpoten waren zwaar gebouwd.
Van de handen konden de drie middelste vingers het gewicht ondersteunen en op zijn duim had het een stekel
om zich tegen roofdieren te verdedigen.
De meagalocnus is ook het vermelden waard omdat deze soort zou geleefd hebben tot de 15e of 16de
eeuw en dat in de Cubaanse hooglanden.
De monclonius heeft een lange hoorn op de neus en ook tanden met één wortel. Dit in tegenstelling
tot de diclonius die tanden heeft met twee wortels.
De triceratops is een plantenetende dinosauriër die vooral opvalt door zijn twee hoorns boven de ogen met nog een
hoorn op de neus. De smalle snuit had een scherpe hoornsnavel waarmee struiken uit de grond konden worden gerukt.
Met zijn scherpe tanden werden de struiken verknipt om opgeslokt te worden.
De ankylosaurus is ook een plantenetende dinosauriër. Hij was zes meter lang. Hij had een erg
platte en ronde romp met zeer brede heupen en korte poten. De nek was kort en droeg een korte brede kop voorzien
van opvallend gekromde kaken met kleine tandjes en een grote kromme snavel. Voorloper van de schildpad?
De nesophontes is ook bijzonder omdat hij ook zou overleefd hebben tot in de 16e eeuw. Verder
is het een insecteneter.
De geocapromys leefde alleen op de Caribische eilanden. Zij hadden geen nesten maar leefden
in beschermde ruimtes. Opvallend is ook hun lengte met een maximum van 37 cm.
De pteranodon is een geslacht van vliegende reptielen. Het leefde ongeveer 85 miljoen jaar
geleden en was dus een tijdgenoot van de dinosauriërs. Het dier had een vleugelspanwijdte van 7 meter.
De pteranodon kon klappend vliegen maar ook met zijn langwerpige vleugels zonder inspanning honderden kilometers
ver op de zee zweven. Daar viste hij met zijn lange spitse kaken op allerlei zeedieren.
De dimorphodon had korte vleugels met een spanwijdte van anderhalve meter en lange poten. Zijn
kop was groot en bol en droeg twee soorten tanden. Het is nog onbekend of zijn prooi vissen of landdieren waren.
Als laatste wil ik afsluiten met de mammoet. Er bestaan verschillende soorten maar de meest bekende
is de wolharige mammoet. Hij leefde ongeveer 600.000 jaar geleden in het Pleistoceen en is de voorouder van de
huidige olifant. Ik heb het gevoel dat ik met deze selectie slechts een kleine greep doe in de veelheid van
prehistorische dieren.
Zie ook de site www.filavaria.nl/Dino.htm