Fokke en Sukke
(Juli 2018)
Cartoonvogels Fokke en Sukke zijn 25 en hebben nu hun eigen postzegels. Hun wát? „Wij stappen altijd in terugtrekkende markten.”
Fokke & Sukke hebben het geschopt tot postzegel. Op de nieuwe Nederlandse zegels die deze maand verschijnen staan de koppen
van de twee satirische grapvogels. Op verzoek van PostNL ontwierpen de drie makers van Fokke & Sukke (John Reid, Bastiaan
Geleijnse en Jean-Marc van Tol) drie speciale postzegelseries.
Voor PostNL was de aanleiding de introductie van een nieuw formaat van de postzegels die klanten zelf online kunnen maken
door een eigen plaatje toe te voegen: het kader heeft nu de verhouding van een foto van een mobiele camera. Maar toevallig
bestaat het cartoonduo ook 25 jaar, zodat met de postzegels ook een jubileum wordt gevierd. Van Tol: „We waren heel blij
toen PostNL ons vroeg. Het is toch een hele eer. Wij drieën bezegelen hiermee ook 25 jaar vriendschap.”
Maar een nieuwe postzegel, anno 2018? Van Tol: „Wij stappen altijd in terugtrekkende markten. Toen we begonnen stonden
we in het stripblad Eppo. Dat stopte er prompt mee. Later maakten we manchetknopen voor een leverancier van pakken, maar
die winkelketen ging failliet. Nu er niemand meer rookt, zijn er vanaf deze maand ook BIC-aanstekers van ons te koop en
nu er nauwelijks nog brieven worden verstuurd stappen we in de postzegels.”
Op de twee reguliere zegels staan alleen de koppen van Fokke & Sukke, zonder tekst. Op de bijbehorende enveloppen zie
je ze deze selfies maken: aan de Noordzee en bij tulpenvelden. Geleijnse: „Met op de achtergrond grijze wolken. Heel
Hollandse, mooie dagen.” Er komt ook een mapje met 25 zegels voor speciale wensen bij verjaardagen, geboortes, huwelijk
en ziekte. Die zegels zijn kleine cartoons, inclusief tekst. Het derde werk is een zilveren zegel: bedoeld als verzamelobject.
Bijzonder aan de wenszegels is dat het karakteristieke dialoogje van Fokke en Sukke op de scheurrand boven de zegel staat.
Het is de bedoeling dat je die meeplakt: een truc van de vormgeefster van PostNL om ruimte te winnen. Bij de Verhuisd-zegel
zie je bijvoorbeeld de eend en kanarie als rijke stinkerds met dikke sigaar en de tekst: ‘Ons nieuwe huis… Een leuk postbusje
op de Antillen!!’
Aanstekers, postzegels: het wil niet zeggen dat Fokke & Sukke zich voor alles lenen. Geleijnse: „We zeggen bijna altijd
nee, omdat er altijd gezeik is, met reclamebureaus, over wat wel en niet gepast is. Als we iets maken moet het wel vrolijk
zijn. Op onze eerste schets keken Fokke & Sukke verbaasd naar een brief op de deurmat en stelden ze de vraag: ‘Wat is dát?’
De tekening was te priegelig voor een postzegel, maar van PostNL mocht het wel.”
Belgisch WK-voetbalvelletje: De wereld is van ons
(Juli 2018)
Volgens de echte kenners waren er voor het begin van het wereldkampioenschap voetbal in Rusland zes kandidaten voor
de titel, te weten de kampioen van 2014 Duitsland, Brazilië, Argentinië, Frankrijk, Spanje en België. De wereldkampioen
overleefde niet eens de ’voorronde’, Spanje en Argentinië werden in de achtste finale naar huis gestuurd, en van de zes
bleven alleen Brazilië, Frankrijk en België, zij het op het nippertje, over.
Dat België bij de kanshebbers hoort liet de Belgische bpost, voordat het WK begon, al duidelijk blijken, want 11 juni is
met als titel ’De wereld is van ons’ een velletje met vijf identieke zegels uitgegeven met de waardeaanduiding 1 Europa,
prijs € 6,50, oplage 28.297.
Vorige voetbalzegels
Dit is niet de eerste voetbalzegel die België in roulatie brengt en heeft gebracht. De eerste verscheen in 1977
ter gelegenheid van het Internationale juniorentoernooi van de UEFA. Daarna volgden in 1981, 100 jaar voetbal in België,
1982, vier sportzegels met één gewijd aan voetbal, 1990, WK in Italië, 1994, WK in de VS, 1998, WK in Frankrijk, 2000,
EK, een gemeenschappelijke uitgifte met Nederland, 2010, WK in Zuid Afrika en 2014, WK in Brazilië.
Beleef de natuur - insecten : 15 insecten in de zomer
(Juli 2018)
Deze tien insecten uit ons land op het postzegelvel Beleef de natuur: insecten van grafisch ontwerper Frank Janse uit Gouda behoren tot de groep van bijna een miljoen beschreven soorten insecten. Verreweg de grootste dierengroep op aarde. De naam insecten slaat op een hoofdkenmerk van de hele groep, namelijk het in drieën gedeelde lichaam. De voortplanting en ontwikkeling zijn door het enorme aantal soorten bijzonder gevarieerd. Datzelfde geldt ook voor de camouflage of verdediging.
A) Insecten-postzegels
De portretten van de insecten op de tien postzegels zijn in hun natuurlijke omgeving afgebeeld, vaak met een korte
scherptediepte. De foto’s lopen onmerkbaar door op de aangrenzende postzegel. In werkelijkheid loopt hun habitat niet
door in die van de andere. De foto’s zijn gevat in een grafische laag van elkaar overlappende cirkels van verschillend
formaat, die daarmee de grenzen van de perforatie doorbreken. Het cirkelpatroon zet zich in de vorm van kleine druppeltjes
voort op velrand en tabs.
1) grote beervlinder [arctia caja]
Om te knuffelen, deze grote beer! En als vlinder heeft hij ook nog eens kekke outfit.
De naam van deze beervlinder verwijst naar het uiterlijk van de rups, die van een rijk behaarde vacht is voorzien.
De rups leeft in schraal grasland. De bovenvleugels van de grote beervlinder zijn bruin met witte banden, de ondervleugels
zijn rood met blauwzwarte stippen.
2) pyjamawants [graphosoma lineatum]
* Nee, dit is geen bedwants en ook geen stinkwants. De pyjamawants ruikt lekker naar appeltjes.
De pyjamawants ook wel gevangeniswants of rood-zwarte streepwants genoemd bezit een kenmerkende tekening met een
knalrode basiskleur met brede zwarte lengtestrepen over de gehele bovenzijde van het lichaam.De rode strepen zijn
ongeveer even dik als de zwarte. Leeft in ruige, zonbeschenen kruiden en graslanden.
3) meikever [melolontha melolontha]
* Is de meikever familie van de bromtor?
De meikever overleeft als larve of engerling drie tot vier jaar ondergronds en voedt zich dan met wortels van grassen
(gazons, sportvelden), heesters en sierplanten. De larve verpopt zich diep in de grond en komt pas in de lentemaand
bovengronds. Met de twee g ook en waaiervormige antennes neemt de kever (bezit vier vleugels) geuren waar. Hij spoort
daarmee ook voedsel en een partner op.
4) zwartbruine wegmier [lasius niger]
* De zwartbruine wegmier op zoek naar zoet in lange colonnes, over je aanrecht . . .
De zwartbruine wegmier is de meestvoorkomende mier in bewoond gebied. Nestelt zich in kolonievorm (twee- tot dertienduizend
mieren) onder tegels (verzakken!) met één eierleggende koningin, die wel 22 jaar oud kan worden. De mier is verzot op
zoetigheid in bloemen en van bladluizen, die ze ‘melken’. Door trommelen op het achterlijf van de luis neemt de zoete
vloeistofafscheiding toe.
In transparante uitvoering is deze wegmier als laatste van het zestal ook opgevoerd.
5) olifantsrups [deilephila elpenor]
Nepogen, een nepslurf en een nepstaart. Niets is wat het lijkt bij deze olifantsrups.
De grijsgroene, angstaanjagende olifantsrups (middelvinger formaat) bezit twee rijen vlekjes op de rug. Op de kop
doen ze aan ogen denken. Hij kronkelt als een slang vooruit. Bij benadering trekt hij de snuit in en pompt zijn hoofd
op. De nep-ogen staren je dan afschrikwekkend aan. In mei komt uit de rups de prachtige nachtvlinder groot avondrood
(rood met zwarte vleugelvlekken) te voorschijn.
6) citroenlieveheersbeestje [psyllobora vigintiduo-punctata]
* Bitter! Het sapje dat het citoenlieveheersbeestje vanonder zijn 22 stippen uitperst.
Het citroenlieveheersbeestje (bezit een gele kleur en telt 22 kleine ronde zwarte stippen op dekschilden, halsschild
en kop) leeft niet van bladluizen zoals het bekendere oranjekleurige lieveheersbeestje, maar van een schimmelsoort,
namelijk meeldauw. Dit insect komt voor langs bosranden en in houtwallen.
7) gewone pantserjuffer [lestes sponsa]
* Groen geharnast glimt de gewone pantserjuffer je tegemoet.
De gewone pantserjuffer behoort tot de familie libel. Het insect leeft nabij stilstaand water en in vennen met een
dichte oeverbegroeiing en het bezit een metaalgroene kleur op de dekschilden. De larven van de pantserjuffer bezitten
een opvallend brede kop, die soms twee maal zo breed is als het lichaam.
8) kruisspin [araneus diadematus]
* Kleine babykruisspinnetjes klitten bij elkaar. Pas later wagen ze zich alleen op het web.
De naam van de kruisspin, die vaak in het midden van het web zit, hangt samen met een op een kruis gelijkend patroon
(lichtere of witte vlekjes) op het achterlijf contrasterend met de achtergrondkleur.
9) kleine vuurvlinder [lycaena philaeas]
* De kleine vuurvlinder mag dan wel rood zijn, hij behoort toch echt tot de blauwtjes.
De bovenzijde van de voorvleugels van de kleine vuurvlinder (13 mm groot; behoort tot de grote familie van blauwtjes)
zijn oranje met zwarte vlekken, de bovenzijde van de achtervleugels zijn bruin met zwarte vlekken en een oranje veld bij
de achterrand. De kleine vuurvlinder vliegt in drie generaties: april-juni, juni-september, september-eind oktober en is
te vinden op schrale zandige grond.
10) moerassprinkhaan [stethophyma grossum]
* Als een schrikdraadapparaat, zo tikt de moerassprinkhaan met regelmaat.
De moerassprinkhaan is langgevleugeld (vleugelpunten reiken het achterlijfpunt voorbij) en is de bontst gekleurde
soort in ons land. Leeft in vochtige moerasgebieden. De sprinkhaan maakt een hoog en metallisch geluid, overeenkomend
met een druppende kraan in het aanrecht.
B) Transparant getinte insectenafbeeldingen
Over de cirkels heen ligt een volgende laag met transparant getinte afbeeldingen/silhouetten van een zestal insecten
in bijna abstracte uitvoering:
Insect 11 en 12: rode aspergekever en muskusboktor
Insect 13 en 14: oostelijke witsnuitlibel en nachtpauwoog
Insect 15 en 16a/16b: coloradokever en zwartbruine wegmier (zie postzegel 4)