Leven in de Noordzee
(september 2017)
Het postzegelvel Leven in de Noordzee heeft tekeningen van planten en dieren die in het Noordzeegebied voorkomen. De tekeningen zijn gemaakt door vier wetenschappelijke illustratoren van het Naturalis Biodiversity Center in Leiden. Het postzegelvel Leven in de Noordzee besteedt aandacht aan het werk van het Naturalis Biodiversity Center in Leiden. Door fusies van Naturalis met het Zoölogisch Museum Amsterdam, het Nationaal Herbarium Nederland en het Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis ontstond een instituut van wereldformaat. Naturalis beheert inmiddels ruim 42 miljoen natuurhistorische objecten. Deze collectie groeit nog steeds en is digitaal toegankelijk voor wetenschappers wereldwijd. Zo vormt de collectie een rijke bron voor onderzoek, om zo het leven op aarde en in de zee steeds beter te kunnen beschrijven, begrijpen en verklaren. Deze kennis draagt bij aan een gezondere leefomgeving en belangrijke inzichten in maatschappelijke vraagstukken als klimaat, voedsel en geneesmiddelen. In het museum deelt Naturalis zijn fascinatie voor en kennis over de natuur met een breed publiek. De educatieve programma’s bieden binnen en buiten het museum een inspiratiebron voor talloze nieuwsgierige kinderen.
Op de tien postzegels van het postzegelvel Leven in de Noordzee staan tekeningen van vijf bewoners van het Noordzeegebied: een jan-van-gent in de lucht, een rode poon in de zee, een noordzeekrab in de branding, blaaswier en zeewier aan de vloedlijn en nonnetjes, halfgeknotte strandschelpen en het eikapsel van een gevlekte rog op het strand. De vrijstaande tekeningen zijn geplaatst tegen een achtergrondfoto van de Noordzee die het gehele vel beslaat. Alle tekeningen blijven binnen de perforaties van de postzegels, alleen het rode blaaswier loopt door op de tab naast de linkerpostzegel. Naast elke postzegel staat op de tabs aan weerszijden vermeld welke soort het betreft, met zowel de Nederlandse als de Latijnse naam. Ook staan hier de namen van de wetenschappelijke illustratoren die de tekeningen hebben gemaakt. Op het postzegelvel is bovenaan de naam van de uitgifte te vinden, onderaan staan de logo’s van Naturalis en PostNL met de technische gegevens. Voor de typografie is gebruikgemaakt van de Quicksand uit 2008/2016 van Andrew Paglinawan. De Quicksand is een afgerond schreefloos font met invloeden van de geometrische schreefloze lettertypes uit de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. Ook de waardeaanduiding 1 is van dit lettertype afgeleid. Ontwerper Ingmar Birza heeft daarvoor rondom de 1 een contourlijn gemaakt met dezelfde dikte als die van de sorteerhaak en van de aanduiding Nederland
Technische specificaties
Zegelformaat | : 36 x 25 mm |
Papier | : normaal met fosforopdruk |
Gomming | : synthetisch |
Druktechniek | : offset |
Oplage | : 102.000 velletjes |
Drukkerij | : Joh. Enschedé Security Print, Haarlem |
Drukkleuren postzegel | : geel, magenta, cyaan en zwart |
Een stukje filatelistische vorming – Het doel van postwaarden
(september 2017)
Bron: Postzegelblog, www.postzegelblog.nl
In enkele afleveringen zullen we een klein vergelijkend warenonderzoek plegen. Zonder enige wetenschappelijke pretentie, want de aangevoerde feiten en voorbeelden berusten vooral op persoonlijke waarneming en die is nooit helemaal objectief. Heden ten dage is er geen postonderneming meer te vinden die postwaarden uitsluitend uitgeeft voor frankering.
Voor alle maatschappijen in de wereld van het postwezen zijn de verkopen aan verzamelaars een niet te verwaarlozen activiteit. Een activiteit die relatief veel winstgevender is dan het postvervoer. Immers, een tegenprestatie in de vorm van buslichting, transport, sortering en bestelling wordt dan niet geleverd. Zakelijk gezien een uitermate begrijpelijke ontwikkeling die natuurlijk ook verband houdt met de privatisering van de staatspostbedrijven, waarbij winstoptimalisering de plaats inneemt van openbare nutsvoorziening. Er zijn nog steeds postbedrijven met staatsinvloed en men kan een ‘rangorde’ van links naar rechts proberen op te stellen van 0 tot 100%.Helemaal links staan dan de beruchte (Perzische) Golfstaten die meer dan een halve eeuw geleden hun postzegel-business verkocht hebben aan ‘agencies’ die vervolgens de wereld hebben bedolven onder de getande prentjes die juridisch misschien wel, maar feitelijk niet als postzegel (dus als frankeermiddel) kunnen worden aangemerkt.
Helemaal rechts op de schaal staan de staten met een totalitair bewind, voor 100% eigenaar van de postbedrijven, die eveneens veel meer postwaarden hebben uitgegeven dan postaal nodig was. Bij de voormalige Oostbloklanden (DDR, Hongarije, Bulgarije, Roemenië) was de export van postzegels indertijd een middel om aan westerse valuta te komen .Van beide groepen landen tonen we hier een voorbeeld. Deze zegels werden onder de nominale waarde verkocht en standaard gegomd afgeleverd met een al in de drukkerij opgedrukt stempel. Hierdoor zagen de zegels er misschien iets meer uit als echte postzegels, maar er was nog een tweede doel van het stempel: voorkomen moest worden dat postfrisse zegels via een omweg alsnog in het betreffende land terecht kwamen en voor frankering zouden worden gebruikt (waardoor de winst weer zou verdwijnen).
De FIP noemt sinds jaar en dag alle zegels die worden uitgegeven zonder dat daarvoor een postale behoefte bestaat schadelijk, maar geen maatschappij trekt zich daar tegenwoordig nog wat van aan. Zelfs op officiële tentoonstellingen is het onmogelijk ze er uit te filteren. Het gaat bij dit verschijnsel niet alleen om zegels. Tegenwoordig zien we China Post (staatsbedrijf van de Volksrepubliek) een ware tsunami aan postwaardestukken produceren, waarbij de beeldzijde door adverteerders kan worden gevuld.
Duizenden bedrijven uit heel de wereld die iets in China (en in alle landen waar de verzamelaars wonen) willen verkopen maken hiervan gebruik. Deze kaarten zijn zowel postfris als echt gelopen in de handel en dat onderscheidt ze in positieve zin van de eerder getoonde zegels. Unieke vondsten zijn het niet.
Op de website van Delcampe waren er in februari alleen al over het thema bier nog 31 andere te vinden! Het is dus niet zo dat staatsbedrijven door die status minder postwaarden uitgeven dan geprivatiseerde bedrijven. Het hangt er maar net van af wat de betreffende staten met de postbedrijven nastreven… en dat is doorgaans verhoging van de inkomsten. Ondanks de vermindering van het briefpostverkeer zien we dan ook overal een explosieve groei van het aantal emissies. Denemarken bijvoorbeeld gaf in 1968 in totaal 7 zegels uit, maar die tijden zijn voorgoed voorbij. Zelfs in dit ‘oerdegelijke’ postzegelland werden in 2010 al 76 zegels uitgegeven (alleen de hoofdnummers geteld). Een volgende keer gaan we kijken hoe het bij onze naaste buren met het uitgiftebeleid is gesteld.